Het decreet houdende diverse bepalingen inzake omgeving, leefmilieu en natuur en ruimtelijke ordening (hierna het “Verzameldecreet”) wijzigt een twintigtal wetten en decreten met het oog op eenvoudiger juridisch kader.
De belangrijkste aandachtspunten van het nieuwe decreet zijn :
Planologische compensatie: Het decreet introduceert het principe van planologische compensatie bij het aanduiden van nieuwe 'harde' bestemmingen (zoals wonen of bedrijvigheid). Bij het aanwijzen van nieuwe gebieden voor wonen of bedrijven, moet de plannende overheid nu gelijktijdig eenzelfde oppervlakte aan ongebruikte harde bestemmingen elders op haar grondgebied schrappen en omzetten naar open ruimte.
Aanpassing van de afwerkingsregel: De afwerkingsregel, die toestaat extra woningen te bouwen tegen bestaande blinde muren (en dit zelfs in gebieden niet bestemd voor woningbouw) wordt afgeschaft, behalve in woonreservegebieden. Dit moet de ongecontroleerde uitbreiding van bebouwing langs wegen en ongewenst gebruik van niet-woongebieden voorkomen.
Beperking van lokale autonomie: Verder verliezen lokale besturen met het Verzameldecreet de mogelijkheid om vrijgestelde handelingen vergunningsplichtig te maken of meldingsplichtige handelingen vergunningsplichtig te maken. Daarnaast worden meldingen alleen nog mogelijk voor tijdelijke handelingen.
Regularisatie zonevreemde functiewijzigingen: Het decreet maakt het mogelijk om reeds gerealiseerde zonevreemde functiewijzigingen te regulariseren, wat voorheen niet kon.
Digitalisering: Kennisgevingen over provinciale en gemeentelijke Ruimtelijke Uitvoeringsplannen (RUP's) tussen de verschillende overheidsinstanties zullen voortaan digitaal verlopen via het DSI-platform.
Een volledig overzicht van de wijzigingen kan gevonden worden op de website van het Departement Omgeving: https://omgeving.vlaanderen.be/nl/verzameldecreet-omgeving
18 november 2022 – De principiële goedkeuring van het voorontwerp verzameldecreet
Een voorontwerp verzameldecreet wordt goedgekeurd door de Vlaamse Regering. Het voorontwerp voorziet in de aanpassing van volgende wetten en decreten:
het Veldwetboek van 7 oktober 1886
de wet van 28 december 1967 betreffende de onbevaarbare waterlopen
de wet van 22 juli 1970 op de ruilverkaveling van landeigendommen uit kracht van wet
de wet van 12 juli 1976 houdende bijzondere maatregelen inzake ruilverkaveling van landeigendommen uit kracht van wet bij de uitvoering van grote infrastructuurwerken3
de wet van 10 januari 1978 houdende bijzondere maatregelen inzake ruilverkaveling van landeigendommen in der minne
het decreet van 21 december 1988 houdende oprichting van de Vlaamse Landmaatschappij
het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid
het decreet van 4 april 2003 betreffende de oppervlaktedelfstoffen
het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018
het decreet van 16 juni 2006 betreffende het oprichten van de Vlaamse Grondenbank en houdende wijziging van diverse bepalingen
het Bodemdecreet van 27 oktober 2006
de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
het decreet van 8 februari 2013 houdende duurzaam gebruik van pesticiden in het Vlaamse Gewest
het decreet van 28 maart 2014 betreffende de landinrichting
het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges
het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
het decreet van 25 april 2014 betreffende complexe projecten
het decreet van 27 november 2015 betreffende lage-emissiezones
het decreet van 30 november 2018 betreffende de gebouwenpas
het decreet van 21 december 2018 houdende de gevolgen van een vrijwillige samenvoeging van gemeenten op het vlak van sectorregelgeving inzake omgeving
21 december 2022 – Het advies SARO
De Strategische Adviesraad Ruimtelijke Ordening – Onroerende erfgoed (hierna “SARO”) focust haar advies op de voorgestelde wijzigingen van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, met name:
De opheffing van de mogelijkheid van gemeenten om via verordeningen vergunnings- of meldingsplichten in te voeren;
De invoering van het beginsel van planologische compensatie bij gewestelijke, provinciale en gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen;
De aanpassing van de afwerkingsregel;
De mogelijkheid om zonevreemde functiewijzigingen te regulariseren;
De inzage van gegevens op het Omgevingsloket en de verdere digitalisering in het kader van het uitwisselingsplatform voor digitale stedenbouwkundige informatie.
SARO betreurt de losstaande wijzigingen aan de VCRO en het gebrek aan een globaal ruimtelijk beleidskader dat het toekomstig Vlaams ruimtelijk beleid ten aanzien van de harde bestemmingen uitstippelt.
Daarnaast kan SARO zich niet aansluiten bij het voorstel tot opheffing van de mogelijkheid van gemeenten om via verordeningen vergunnings- of meldingsplichten in te voeren en dringt zij aan op de schrapping van deze artikelen. Evenmin kan zij de voorgestelde wijziging aan de afwerkingsregel goedkeuren. Volgens haar is onaanvaardbaar dat het ontwerpdecreet de afwerkingsregel invoert in woonreservegebieden.
Verder ondersteunt zij het principe van planologische compensatie, maar meent zij dat planologische compensatie slechts één van de vele instrumenten is die nodig zullen zijn om de beoogde ruimtelijke omslag te realiseren. Daarenboven heeft zij diverse bedenkingen bij hoe het principe van planologische compensatie wordt geconcretiseerd met voorliggend ontwerpdecreet en de financiële impact hiervan.
SARO wenst vervolgens de regularisatie van zonevreemde functiewijzigingen enkel mogelijk te maken voor de op datum van inwerkingtreding van het ontwerp bestaande situaties en wijst op de strijdigheid van de regeling met de adviezen van de Taskforce Bouwshift die het inperken van zonevreemde functiewijzigingen/beperken ruimtebeslag in het agrarisch gebied vooropstellen.
Positief is volgens SARO tot slot het initiatief om alle documenten van de aanvraag van een omgevingsvergunning via het Omgevingsloket ter beschikking te stellen van het publiek.
22 december 2022 – Het advies Minaraad en SERV
In hun advies stellen de milieu- en natuurraad en de Sociaal- Economische Raad van Vlaanderen zich positief op ten aanzien van de aanpassing in functie van het promoten van hergebruik van water en de verruiming van de raadpleegbaarheid van de gebouwenpas. Wel vragen zij voldoende aandacht te hebben voor de te realiseren synergiën tussen de energietransitie, de opgave om duurzamer met water om te gaan en de transitie naar een circulaire economie.
Vervolgens verzoeken zij een grondige legistieke evaluatie door te voeren van de decreetteksten voor de heffing afvalwater. Tevens pleiten zij ervoor om de overdrachten ten gevolge van de gemeentefusies volledig vrij te stellen van de plicht tot het opstellen van een oriënterend bodemonderzoek.
Tot slot vragen de raden aandacht te hebben voor de bescherming van persoonsgegevens bij de openbaarmaking van gegevens binnen de omgevingsvergunning en dient binnen het Decreet Complexe Projecten steeds rekening te worden gehouden met de doelstellingen en principes van het gemeentewegendecreet bij een beslissing over de aanleg, wijziging of opheffing van een gemeenteweg.
22 december 2022 – Het standpunt VVSG
De Vlaamse Vereniging voor Steden en Gemeenten (VVSG) stelt in haar standpunt over het ontwerp van verzameldecreet niet akkoord te kunnen gaan met de afschaffing van de mogelijkheid voor gemeenten om de vergunningsplicht te moduleren en verzoekt de Vlaamse Overheid dit voornemen te schrappen.
Daarenboven verzoekt zij de Vlaamse Overheid de gemeenten de mogelijkheid te geven om handelingen die op Vlaams niveau zijn vrijgesteld van een omgevingsvergunningsplicht op lokaal niveau vergunningsplichtig te kunnen maken.
Verder is VVSG voor het principe van de planologische compensatie, maar dient dit principe volgens haar nog beter te worden uitgewerkt, zodat gewenste projecten waarvoor het aansnijden van greenfields noodzakelijk is, ook in de toekomst mogelijk blijven. Ook de afschaffing van de afwerkingsregel in landbouwgebied betreft een goede zaak, maar mag volgens haar niet ingevoerd worden in woonreservegebied.
Tot slot vraagt VVSG de regularisatiemogelijkheid van zonevreemde functiewijzigingen te beperken in tijd en/of de vergunningverlenende overheid de mogelijkheid te geven voorwaarden eraan koppelen met het oog op ontharding.
19 januari 2024 – De tweede principiële goedkeuring van het voorontwerp Verzameldecreet
Het voorontwerp van het Verzameldecreet werd voor een tweede maal principieel goedgekeurd door de Vlaamse Regering. Ten opzichte van de eerste principiële goedkeuring van 18 november 2022 werden enkele wijzigingen toegevoegd en bepaalde punten geschrapt.
De volgende wijzigingen werden uit het voorontwerp gehaald omdat ze reeds in andere wijzigingsdecreten zullen worden voorzien:
De volgende wijzigingen werden toegevoegd aan het voorontwerp:
De kritische opmerkingen in de adviezen van de SARO, Minaraad, VVSG en SERV van december 2022 werden quasi volledig weerlegd waardoor de meest relevante wijzigingen behouden bleven (invoering planologische compensatie, aanpassingen mogelijkheden zonevreemde functiewijzigingen, lokaal ruimtelijk vergunningenbeleid, vrijstellingen en meldingen, aanpassing afwerkingsregel, ...)
Het voorontwerp ligt nu bij de Raad van State voor advies.
9 mei 2024 – Voorstel van decreet in spoedbehandeling aangenomen door het Vlaams parlement
Op 8 mei 2024 werd een voorstel van decreet ingediend houdende diverse bepalingen over omgeving, leefmilieu en natuur en ruimtelijke ordening. Voorliggend voorstel van decreet is gebaseerd op het voorontwerp van het verzameldecreet, zoals principieel door de Vlaamse Regering goedgekeurd op 18 november 2022 en 19 januari 2024.
Het voorontwerp van verzameldecreet, waarvoor het advies van de Raad van State werd afgewacht, werd dus omgevormd naar een voorstel van decreet, waarvoor niet verplicht het advies van de Raad van State moet worden ingewonnen. Volgens de indieners van het voorstel was het uitermate belangrijk om het decreet nog deze legislatuur aan te nemen, waardoor het advies van de Raad van State over een voorontwerp niet langer kon worden afgewacht. De belangrijkste redenen hiervoor zijn:
Het verschaffen van duidelijkheid over welke stedenbouwkundige handelingen gemeentebesturen al dan niet vergunningsplichtig of meldingsplichtig kunnen maken;
Het invoeren van de planologische neutraliteit bij het opmaken van ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP's);
Het bieden van een oplossing voor een kafkaiaans probleem dat er nu heerst, met name bij functiewijzigingen van zonevreemde woningen.
In essentie, komt het erop neer dat de indieners sneller instrumenten beschikbaar willen maken voor de verwezenlijking van de bouwshift.
Het voorstel van decreet houdt wel maximaal rekening met de adviezen van de verschillende adviesinstanties die in het kader van het voorontwerp van decreet reeds werden verstrekt.
Naar aanleiding van het advies van het VVSG, werd nog belangrijke wijzigingen doorgevoerd ten opzichte van het voorontwerp van decreet met betrekking tot de vergunnings- en meldingsplichten die steden en gemeenten kunnen opleggen:
In het kader van uniformiteit en duidelijkheid, werd in het voorontwerp van decreet voorzien in een totale opheffing van de mogelijkheid van gemeenten om via verordeningen vergunnings- of meldingsplichten in te voeren. De huidige situatie laat immers toe dat steden en gemeenten via verordeningen bijkomende meldings- of vergunningsplichten kunnen voorzien, wat leidt tot een complexiteit aan regelgeving. Deze totale opheffing stuitte op kritiek van de lokale besturen. Het voorstel van decreet voorziet nu dat lokale besturen alsnog bijkomende vergunningsplichten zullen kunnen invoeren via stedenbouwkundige verordening, maar alleen voor handelingen die worden opgenomen op een limitatieve lijst die nog moet worden vastgesteld door de Vlaamse Regering in een uitvoeringsbesluit. Verder zal een stedenbouwkundige verordening de vergunningsplicht niet kunnen vervangen door een meldingsplicht of vrijstelling alsook zal een meldingsplicht door een verordening niet kunnen vervangen woden door een vergunningsplicht of vrijstelling. Het is nu aan de volgende Vlaamse Regering om voormelde limitatieve lijst vast te stellen alsook het Vrijstellingenbesluit en Meldingsbesluit aan te passen.
Vervolgens werd het voorstel van decreet op 9 mei - zijnde de laatste plenaire vergadering van deze legislatuur - in spoedbehandeling aangenomen.
Het decreet ligt nu bij de Vlaamse Regering, die instaat voor de bekrachtiging en uitvoering ervan alsook voor de publicatie in het Belgisch Staatsblad.
10 juli 2024 - Publicatie Verzameldecreet in het Belgisch Staatsblad
Het decreet werd, nadat het werd aangenomen door het Vlaams Parlement, op 17 mei 2024 bekrachtigd en afgekondigd.
Dit decreet werd gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 10 juli 2024 en trad grotendeels in werking op 20 juli 2024, waaronder voor:
De planologische compensatieplicht bij ruimtelijke uitvoeringsplannen;
De aanpassing van de afwerkingsregel;
De regularisatie van zonevreemde functiewijzigingen;
De uitwisseling van documenten door overheidsinstanties via het DSI-platform.
Echter, voor het nieuwe systeem van lokale vergunningsplichten en het gewijzigde toepassingsgebied van de meldingsplicht en de vrijstellingsregeling, bepaalt de Vlaamse Regering de inwerkingtreding via een nog te nemen uitvoeringsbesluit.