De Bouwshift

Het Omgevingsbesluit

Het Omgevingsbesluit

Het voorontwerp van decreet tot wijziging van de regelgeving betreffende de omgevingsvergunning wat betreft de invoering van een modulaire omgevingsvergunningsprocedure en het omgevingsbesluit (hierna het "voorontwerp decreet omgevingsbesluit) voert het omgevingsbesluit als nieuw instrument in.

Met het omgevingsbesluit worden de twee afzonderlijke procedures voor het vaststellen van een ruimtelijk uitvoeringsplan en het verkrijgen van een omgevingsvergunning verzameld in één procedure, waarbij gelijktijdig een beslissing wordt genomen over de herbestemming of wijziging van een ruimtelijk uitvoeringsplan én de vergunning voor een project. Bij deze procedure hoort één MER-rapport, één infomoment en één openbaar onderzoek.

Het omgevingsbesluit zal enkel verleend kunnen worden voor ruimtelijke impulsprojecten, voor werken van algemeen belang en voor bedrijvigheid. 

Ruimtelijke impulsprojecten geven een impuls aan nieuwe ruimtelijke realisaties in een projectgebied met een ruimtelijke kwaliteitsgarantie die ook een verbetering van landschappelijke kwaliteit inhoudt. Zij verhogen het ruimtelijk rendement en hebben expliciet aandacht voor functieverweving, hergebruik of tijdelijk ruimtegebruik.

Het omgevingsbesluit voor bedrijvigheid dient om bestaande, hoofdzakelijk vergunde, niet verkrotte zonevreemde bedrijven met ruimtelijke ontwikkelingsbehoeften op korte termijn op een bepaalde locatie te kunnen behouden. Het gaat meer bepaald om bedrijven die zich niet op een andere plaats kunnen vestigen, bv. omwille van het ontbreken van beschikbare grond binnen de geëigende bestemmingscategorie. Het omgevingsbesluit voor bedrijvigheid zal gelden als alternatief voor het planologisch attest.

Het omgevingsbesluit kan worden genomen op vraag van de overheid (bv. voor projecten van algemeen belang) of op vraag van private initiatiefnemers. De beslissing ligt evenwel steeds bij de overheid en dient te kaderen in het ruimtelijk beleidsplan of structuurplan.

Een verleend omgevingsbesluit vormt een permanente basis voor latere wijzigingen of uitbreidingen van het project tenzij het geïntegreerde project niet wordt aangevat binnen de 10 jaar na verlening van het besluit.


Het parcours van het Omgevingsbesluit

11 februari 2022 – De goedkeuring van de conceptnota omgevingsbesluit  

De Vlaamse Regering keurt de conceptnota omgevingsbesluit goed. Met deze conceptnota wil de Vlaamse minister van Justitie en Handhaving, Omgeving, Energie en Toerisme een juridisch kader aanleveren voor de creatie van een nieuw voorontwerp van decreet. Het startschot van het decreet tot invoering van het omgevingsbesluit is gegeven.

Het omgevingsbesluit houdt en gelijktijdige beslissing in over de herbestemming of wijziging van een ruimtelijk uitvoeringsplan én de vergunning voor het project.

Lees meer


25 mei 2022 – Het advies SARO

De Strategische Adviesraad Ruimtelijke Ordening – Onroerend erfgoed (hyperlink) (hierna “SARO”) is overwegend positief ten aanzien van de conceptnota omgevingsbesluit en erkent de meerwaarde van het nieuw instrument. 

Evenwel mist SARO toelichting bij het ruimere beleidskader waarbinnen het Omgevingsbesluit zich kadert en wijst zij op het ontbreken van een goedgekeurd Beleidsplan Ruimte Vlaanderen met de noodzakelijke beleidskaders. Eveneens hekelt zij het ruime toepassingsgebied van het instrument en vraagt zij het instrument te kaderen binnen de huidige bestaande instrumenten voor het omgevingsbeleid. Daarnaast ijvert zij na te gaan of de invoering van het omgevingsbesluit kan leiden tot de schrapping van bestaande ruimtelijke instrumenten.

Tevens stelt SARO vast dat de conceptnota onvoldoende duidt in hoeverre het Omgevingsbesluit zal worden ingezet voor de realisatie van de doelstellingen van het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen en voor welke specifieke projecten het Omgevingsbesluit kan bijdragen aan de beoogde bouwshift. 

Nog is het volgens SARO van belang stil te staan bij de gewenste focus van het MER, de detailleringsgraad en het alternatievenonderzoek. Eveneens dient de inspraakprocedure grondig te worden bekeken en dient een mogelijkheid te bestaan voor de overheid om de aanvraag voor het omgevingsbesluit te weigeren. Tot slot wenst SARO de voorwaarde die stelt dat enkel een geregistreerde ruimtelijke planner een ontwerp van ruimtelijk uitvoeringsplan kan opmaken te behouden bij het omgevingsbesluit.

Lees meer


5 juli 2022 – De behandeling in de Commissie Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie

De Commissie Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie haalt in haar vergadering van 5 juli 2022 aan dat voor zonevreemde bedrijven of bedrijven die willen uitbreiden naar een zonevreemd gebied, planologische attesten vaak omstreden zijn en stelt hierbij de vraag hoe het omgevingsbesluit ervoor zal zorgen dat ongewenste uitbreidingen niet worden bevorderd. 

Eveneens is de Commissie bezorgd dat de beroepsmogelijkheden voor burgers niet langer laagdrempelig zijn, nu het omgevingsbesluit slechts in één beroepsmogelijkheid voorziet.

Nog hekelt de Commissie de ontbrekende beleidskaders voor het omgevingsbesluit en de koppeling van het omgevingsbesluit aan de mogelijks verouderde structuurplannen. In vraag wordt gesteld of het omgevingsbesluit wel zal worden gebruikt om de koers zoals uiteengezet in het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen te volgen.

Tot slot uit de Commissie de bezorgdheid dat het Omgevingsbesluit een uitvoeringsinstrument is bij een ruimtelijk beleid, maar dat op het moment van schrijven dergelijk ruimtelijk beleid in Vlaanderen nog niet is bepaald en evenmin goedgekeurd. Laat staan dat er beleidskaders aan vasthangen. De Commissie  vreest een ruimtelijk beleid te voeren gebaseerd op verouderde principes.

Lees meer


14 juli 2023 – principiële goedkeuring voorontwerp van decreet

Een voorontwerp decreet omgevingsbesluit werd op 14 juli 2023 principieel goedgekeurd door de Vlaamse Regering. In het voorontwerp decreet omgevingsbesluit wordt het instrument van het omgevingsbesluit gelanceerd om ruimtelijke impulsprojecten, zonevreemde werken van algemeen belangen en zonevreemde werken inzake bedrijvigheid versneld te realiseren.

Deze versnelde realisaties spelen in op een aantal bestaande problemen. Zo moet het omgevingsbesluit voor ruimtelijke impulsprojecten de verhoging van het ruimtelijk rendement versneld toelaten en vermijden dat dergelijke projecten vastlopen op bestemmingsplannen met verouderde en/of rigide voorschriften die de realisatie van een concreet, maatschappelijk gedragen project op een geschikte locatie onmogelijk maken.

Het omgevingsbesluit voor werken van algemeen belang vormt op haar beurt een aanvulling op de afwijkingsbepalingen voor handelingen van algemeen belang en beoogt de definitieve bestemmingsaanpassing van de onderliggende gronden waarop de handelingen van algemeen belang worden uitgevoerd.

Het omgevingsbesluit voor bedrijvigheid voorziet tot slot in een oplossing voor de lange tijdsduur waar bedrijven mee worden geconfronteerd door de opeenvolgende stappen in het proces van een planologisch attest, gevolgd door een vergunning en vervolgens een RUP. Bijkomend tracht het omgevingsbesluit voor bedrijven een antwoord te bieden voor het vastgestelde probleem dat een planologisch attest vaak enkel wordt gevolgd door een vergunning, maar niet door een RUP waardoor de zonevreemdheid van het bedrijf bestendigd blijft.

Het geïntegreerde karakter van het omgevingsbesluit moet volgens de memorie van toelichting toelaten een betere inschatting te maken over de gevolgen van de gewenste ontwikkeling, een concreter standpunt in te nemen en een meer resultaatgerichte dialoog tot stand te brengen waar alle kansen voor win-win mogelijkheden en innovatie aan bod kunnen komen.

Lees meer


27 september 2023 – Het advies SARO

De Strategische Adviesraad Ruimtelijke Ordening – Onroerend erfgoed (hierna “SARO”) focust haar advies op vier strategische bemerkingen.

Zij wijst op de uitholling van de ruimtelijke beleids- en uitvoeringsplannen en oordeelt dat het toepassingsgebied van het omgevingsbesluit te ruim is waardoor ongewenste ontwikkeling van open ruimte zou kunnen voorvallen. Eveneens stelt zij vast dat het voorontwerp decreet omgevingsbesluit een andere invulling geeft aan het omgevingsbesluit dan de conceptnota omgevingsbesluit nu zij niet de integratie van het vergunningenluik in het proces tot opmaak van een RUP voorziet, maar de omgekeerde beweging voorstelt.

Nog wijst zij erop dat het omgevingsbesluit niet voorziet in een volwaardig RUP -planningsproces, nu er geen geïntegreerde plan-MER procedure, geen startnota en geen toelichtingsnota is en er geen verplichte opmaak door een geregistreerde ruimtelijke planner voorligt. Noch is er een administratieve beroepsprocedure voorzien.

Tot slot vraagt SARO een duidelijke situering van het omgevingsbesluit ten aanzien van de andere instrumenten voor omgevingsbesluit en verzoekt zij verdere onderbouwing in het licht van het gelijkheidsbeginsel.

Lees meer


18 oktober 2023 – het advies VVSG

De Vlaamse Vereniging voor Steden en Gemeenten (VVSG) stelt zich in haar advies kritisch op ten aanzien van het omgevingsbesluit en vraagt om in te zetten op een vereenvoudiging van de bestaande regelgeving, eerder dan op de invoering van een bijkomend instrument.

Bijkomend ondermijnt, aldus de VVSG, de planningscapaciteit in hoofde van derden de slagkracht van lokale besturen als plannende overheden.

Verder is het haar onduidelijk wie instaat voor de opmaak van het ontwerp ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) en hoe het omgevingsbesluit zich verhoudt met het vrijgavebesluit.

Eveneens wenst zij dat de relatie met het gemeentelijk structuurplan dient te worden beschreven bij afwezigheid van een gemeentelijk beleidsplan en zijn een aantal begrippen, zoals de “kern”, onduidelijk.

Tot slot meent VVSG dat meervoudig ruimtegebruik en verweefbare bedrijvigheid principieel mogelijk moet zijn in die gebieden waarvoor een omgevingsbesluit wordt genomen en dat de gemeente bevoegd moet blijven om te oordelen over het omgevingsbesluit als een omgevingsbesluit wordt aangevraagd op het grondgebied van 2 of meer gemeenten.

Lees meer


20 oktober 2023 – Het advies VVP

De Vereniging van Vlaamse Provincies (VVP) stelt zich in haar advies kritisch op.

Zo ontbreekt haar inziens het visie-luik van de ruimtelijke planning (waarom een bepaalde ontwikkeling op een bepaalde plek, wat zijn alternatieven, locatieonderzoek (ook wat betreft MER),…) in het voorontwerp decreet omgevingsbesluit en wordt door invoering van het omgevingsbesluit ingezet op een ad hoc beleid in plaats van een consistent ruimtelijk beleid op lange termijn.

Nog strijdt het omgevingsbesluit met het basisprincipe van een RUP nu de mogelijkheid wordt geboden aan private personen de inhoud van een RUP te bepalen, terwijl een RUP ten dienste van het algemeen belang dient te staan.

Verder wijst de VVP nog op het ontbreken van bepalingen inzake de planologische compensatie en wijst zij op een schending van het gelijkheids- en standstillbeginsel. Een schending van het gelijkheidsbeginsel kan volgens de VVP worden gevonden in de ongelijkheid tussen zonevreemde en zone-eigen bedrijven. De schending van het standstillbeginsel manifesteert zich in de achteruitgang van rechtstoestand van de omwonende van een zonevreemde bedrijf ten aanzien van de omwonende van een zone-eigen bedrijf.

Tot slot hekelt de VVP de afwezigheid van administratieve beroepsmogelijkheden en de afwezigheid van een duidelijk afgelijnde “kern” waar impulsproject mogelijk zijn.

Lees meer


28 november 2023 – de hoorzitting omgevingsbesluit

De bezorgdheden van de belanghebbenden werden verder behandeld in de hoorzitting van de Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie over het voorontwerp decreet omgevingsbesluit.

De Vlaamse Vereniging voor Steden en Gemeenten (VVSG) uitte kritische bedenkingen bij de beperkte toepassingsgevallen van het omgevingsbesluit, wijst op de ontbrekende definitie van dorpskernen en vraagt zich af hoe de maatschappelijke meerwaarde van een bepaald project objectief zal worden bepaald. Eveneens vraagt zij de verhouding met het planologisch attest en hekelt zij het ontbreken van een administratieve beroepsmogelijkheid.

De Vereniging van Vlaamse Provincies (VVP) stelt op haar beurt onder andere dat het omgevingsbesluit een nieuwe complexiteit in het leven roept en wijst op de discrepantie tussen zonevreemde bedrijven die het omgevingsbesluit kunnen gebruiken indien zij wensen uit te breiden en zone-eigen bedrijven die het omgevingsbesluit niet kunnen gebruiken.

Voka wijst vooral op de positieve punten waarbij zij aangeeft dat het omgevingsbesluit een stap in de goede richting is en waarbij een correct evenwicht tussen procedurele/inhoudelijke voordelen en het behouden van een aantal garanties is gevonden.

De Bond Beter Leefmilieu (BBL) aanziet het omgevingsbesluit als het loslaten van de ruimtelijke planning en wijst op een uitholling van de procedure voor ruimtelijke uitvoeringsplannen door afwezigheid van start- en toelichtingsnota, de niet integratie van het omgevingsbesluit met de MER-procedure en de mogelijkheid om ook door niet ruimtelijk planners een omgevingsbesluit op te maken. Verder vreest de BBL dat het omgevingsbesluit net als stimulans voor zonevreemde ontwikkelingen zal dienen en wijst zij erop dat ruimtelijke afwegingen steeds in het algemeen belang dienen te gebeuren. Zij ziet niet in hoe een afweging in het algemeen belang mogelijk is bij de vergunning van slechts één project.

De Vlaamse Vereniging voor Ruimte en Planning (VRP) vreest tot slot dat het omgevingsbesluit zal leiden tot verdere versnippering en dat de ruimere omgeving niet (genoeg) zal worden betrokken.

Lees meer


22 december 2023 – tweede principiële goedkeuring voorstel van decreet

Het voorontwerp decreet omgevingsbesluit wordt een tweede maal goedgekeurd door de Vlaamse Regering.

Het nieuwe voorontwerp speelt in op de opmerkingen van de diverse adviesverleners en wijzigt een aantal bepalingen.

Belangrijke wijzigingen betreffen het toevoegen van een administratieve beroepsmogelijkheid tegen het omgevingsbesluit, het uitdrukkelijk aangeven dat het omgevingsbesluit “een proefregeling” is, het schrappen van de bepalingen uit de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening met betrekking tot het planologisch attest en de verduidelijking van de mogelijkheid om ontbrekende verplichte inhoud via een wijzigingslus alsnog bij te brengen.

Lees meer


29 april 2024 - Advies Raad van State

In zijn advies op het voorontwerp van Decreet heeft de Raad van State meerdere bedenkingen en kritieken geuit, waarvan de volgende de voornaamste zijn:

  • De toewijzing van de bevoegdheid aan de Raad voor Vergunningsbetwistingen voor het behandelen van beroepen tegen omgevingsbesluiten. De Raad van State heeft aangegeven dat dergelijke toewijzing potentieel in conflict kan zijn met federale wetgeving en de grondwettelijke bevoegdheidsverdeling tussen de federale staat en de gewesten.

  • De project-gedreven benadering van ruimtelijke planning. Deze aanpak maakt het mogelijk om stedenbouwkundige voorschriften specifiek aan te passen voor bepaalde projecten, wat kan leiden tot een ad hoc beleid dat potentieel in strijd is met duurzame ontwikkelingsprincipes.

  • De afwijking op het principe waarbij lagere RUP’s in lijn moet zijn met hogere RUP’s. Het voorontwerp staat namelijk toe dat individuele projecten wijzigingen kunnen aanbrengen in hogere RUP’s. Zo zal bijvoorbeeld een gewestelijk RUP kunnen worden gewijzigd bij besluit van de gemeenteraad.

  • Onduidelijkheid statuut omgevingsbesluit. Een RUP dat definitief wordt vastgesteld via een omgevingsbesluit, is niet slechts voorbereidend voor de daaropvolgende omgevingsvergunning, maar vormt een autonoom besluit. Hierdoor is de theorie van de complexe administratieve rechtshandeling niet van toepassing. Dit leidt tot rechtsonzekerheid, waarbij rechtszoekenden geconfronteerd zouden worden met te ingewikkelde rechtsregels die het moeilijk maken om binnen de geldende termijn de juiste rechter te vinden.

  • De beperking van het omgevingsbesluit tot slechts drie categorieën van projecten en de verminderde inspraakmogelijkheden vergeleken met de reguliere RUP-procedure. Dit zou mogelijk in strijd zijn met het standstill-beginsel.

Lees meer


3 mei 2024 - Definitieve goedkeuring ontwerp van decreet door de Vlaamse Regering

Het ontwerp decreet omgevingsbesluit werd definitief goedgekeurd door de Vlaamse Regering.

Er werd rekening gehouden met de voornaamste kritieken uit het advies van de Raad van State, zoals blijkt uit de memorie van toelichting:

  • Wat betreft de toewijzing van de bevoegdheid aan de Raad voor Vergunningsbetwistingen, stelt de Vlaamse Regering dat dit verantwoord is omdat een omgevingsbesluit in de eerste plaats gericht is op de vergunningverlening voor een concreet project. Hierdoor wordt de Raad voor Vergunningsbetwistingen gezien als het meest geschikte rechtscollege om hierover te oordelen.

  • Inzake de project-gedreven ruimtelijke planning antwoordt de Vlaamse Regering dat het omgevingsbesluit inderdaad een projectgerichte finaliteit heeft, maar dat het wel inhoudelijke en procedurele waarborgen voor duurzame ruimtelijke ontwikkeling bevat. Bovendien benadrukt ze dat het een proefregeling is die zal geëvalueerd worden.

  • Aangaande de afwijkingsmogelijkheid waarbij lagere RUP’s kunnen afwijken van hogere RUP’s, benadrukt de Vlaamse Regering wederom dat het omgevingsbesluit een andere finaliteit kent (projectgericht) dan de klassieke planologie. 

  • Verder wordt het statuut van het omgevingsbesluit verduidelijkt door volgende aanpassingen:
    • Het RUP zal niet langer definitief vastgesteld worden tijdens de procedure, maar enkel voorlopig
    • Het voorlopig RUP vormt het toetsingskader voor de omgevingsvergunningsaanvraag;
    • Het RUP wordt pas definitief vastgesteld nadat de verleende omgevingsvergunning correct en volledig is uitgevoerd.
  • Wat betreft de beperking tot drie categorieën van projecten en de verminderde inspraakmogelijkheden zijn deze gerechtvaardigd door specifieke doelstellingen (zoals het verhogen van ruimtelijk rendement). De verminderde inspraakmogelijkheden vloeien volgens de Vlaamse Regering voort uit de project-gedreven aanpak, waarbij de concrete ruimtelijke impact al in een vroeg stadium duidelijk is.

Verder reageert de Vlaamse Regering ook op eerdere kritiekpunten van verschillende adviesorganen. 

  • De SARO wees op de uitholling van de klassieke ruimtelijke beleids- en uitvoeringsplannen, het te ruime toepassingsgebied van het omgevingsbesluit, een onvolwaardig RUP-planningsproces, en het gebrek aan een administratieve beroepsmogelijkheid. 

     

    De Vlaamse Regering reageert hierop door te benadrukken dat het bestaande systeem van ruimtelijke planning behouden blijft, het toepassingsgebied beperkt is tot drie categorieën van projecten, en dat een omgevingsbesluit project-gedreven is en dus niet kan worden vergeleken met een klassiek RUP. Bovendien wordt een administratieve beroepsmogelijkheid ingevoerd.

  • De VVSG stelde ook de vraag of het niet beter zou zijn om te focussen op de vereenvoudiging van de bestaande regelgeving in plaats van een nieuw instrument in te voeren. Daarnaast is er onduidelijkheid over wie verantwoordelijk is voor het opstellen van het RUP en of de planningscapaciteit bij derden de slagkracht van lokale besturen zou ondermijnen. Ten slotte wil de VVSG dat een mogelijkheid wordt voorzien om een omgevingsbesluit aan te vragen voor projecten die zich uitstrekken over het grondgebied van 2 of meer gemeenten, zonder dat het daarbij een provinciaal project wordt.

     

    De Vlaamse Regering verwijst naar de bespreking van soortgelijke opmerkingen van de SARO en voegt daaraan toe dat impulsprojecten die zich over 2 of meer gemeenten uitstrekken, niet mogelijk zijn. Impulsprojecten moeten immers binnen een stads- of dorpskern liggen, waardoor grensoverschrijdende impulsprojecten niet aan de orde zijn. 

  • De VVP vreest een ad hoc beleid in plaats van een consistent ruimtelijk beleid op lange termijn. Daarnaast betoogt de VVP dat een omgevingsbesluit strijdig is met het algemeen belang van een RUP, omdat het particulieren de mogelijkheid biedt de inhoud van een RUP te bepalen. Ook wijst zij op de ongelijke behandeling tussen zonevreemde en zone-eigen bedrijven. Verder hekelt de VVP het ontbreken van een administratieve beroepsprocedure en een duidelijke definitie van "stads- of dorpskern".

     

    De Vlaamse Regering verwijst wederom naar de bespreking van soortgelijke opmerkingen van de SARO en voegt daaraan toe dat de opmerking over de ongelijke behandeling tussen zonevreemde en zone-eigen bedrijven onduidelijk is, dat er een administratieve beroepsprocedure wordt ingevoerd en dat de memorie van toelichting een duidelijke definitie van "kern" bevat.

De inwerkingtreding van het decreet wordt bepaald door de Vlaamse Regering, die dit zal regelen via uitvoeringsbesluiten.

Lees meer


9 mei 2024 - Ontwerp van decreet in spoedbehandeling aangenomen door het Vlaams parlement

Het ontwerp van decreet werd, na definitieve goedkeuring door de Vlaamse Regering, op 7 mei ingediend bij het Vlaams parlement. Vervolgens werd het ontwerp van decreet op 9 mei - zijnde de laatste plenaire vergadering van deze legislatuur - in spoedbehandeling aangenomen. 

Het decreet is nu teruggestuurd naar de Vlaamse Regering, die instaat voor de bekrachtiging en uitvoering ervan alsook voor de publicatie in het Belgisch Staatsblad.

Lees meer


17 mei 2024 - De Vlaamse Regering bekrachtigt en kondigt het decreet af.

Het decreet werd, nadat het werd aangenomen door het Vlaams Parlement, op 17 mei 2024 bekrachtigd en afgekondigd. Vervolgens werd het decreet op 9 augustus 2024 gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad.

Lees meer

De Vlaamse Regering zal verder via uitvoeringsbesluiten de inwerkingtreding van de bepalingen uit dit decreet bepalen.

De implementatie van dit nieuwe systeem is afhankelijk van verdere ontwikkelingen in het Omgevingsloket. Er zijn immers softwareaanpassingen nodig om het loket te integreren met dit systeem.

De datum voor de inwerkingtreding is nog niet bepaald. Er zal een ruime voorbereidingstijd worden voorzien, zodat gemeenten voldoende tijd krijgen om zich voor te bereiden en hun systemen aan te passen.

7 juni 2024 - De Vlaamse Regering keurt het uitvoeringsbesluit houdende uitwerking van de modulaire omgevingsvergunningsprocedure een eerste keer principieel goed

De Vlaamse Regering keurt principieel het uitvoeringsbesluit goed dat de modulaire omgevingsvergunningsprocedure en het omgevingsbesluit uitwerkt. 

Het besluit omvat voornamelijk regels met betrekking tot de nieuwe modulaire vergunningsprocedure. Met betrekking tot het omgevingsbesluit, bevat het besluit een kort hoofdstuk met 1 artikel. Dit artikel stelt dat de beslissing van de plannende overheid tot voorlopige of definitieve vaststelling van een ruimtelijk uitvoeringsplan in het kader van een omgevingsbesluit, door de plannende overheid wordt opgeladen in het digitaal DSI platform. Vanuit dit platform kunnen de gegevens en documenten betreffende het ruimtelijk uitvoeringsplan vervolgens doorstromen naar het plannenregister. Het verzoek van de aanvrager tot definitieve vaststelling van het ruimtelijk uitvoeringsplan, verloopt niet via het DSI platform maar moet met een analoge beveiligde zending worden ingediend.

De definitieve inwerkingtreding van het decreet van 17 mei 2024 wordt pas een jaar na de publicatie van dit uitvoeringsbesluit in het Belgisch Staatsblad voorzien. Daarom zal het nog enige tijd duren voordat het omgevingsbesluit in werking treedt, aangezien dit eveneens wordt geregeld binnen hetzelfde decreet als de modulaire vergunningsprocedure.

Thans worden diverse adviezen ingewonnen. Vervolgens zal een tweede principiële goedkeuring moeten plaatsvinden, waarna het besluit voor advies zal worden voorgelegd aan de Raad van State. Pas na deze stappen zal de Vlaamse Regering het besluit definitief goedkeuren en zal het besluit gepubliceerd worden in het Belgisch Staatsblad.

Lees meer

Follow us

Required fields are marked with an asterisk(*)

By submitting your email address, you acknowledge that you have read the Privacy Statement and that you consent to our processing data in accordance with the Privacy Statement (including international transfers). If you change your mind at any time about wishing to receive the information from us, you can send us an email message using the Contact Us page.

Contact us

Els Empereur

Els Empereur

Lawyer - Director, PwC Legal BV/SRL

Tel: +32 494 57 15 50

Olivier Drooghmans

Olivier Drooghmans

Lawyer - Senior Managing Associate, PwC Legal BV/SRL

Tel: +32 473 53 86 79

Hide