Het decreet van 26 mei 2023 betreffende het realisatiegerichte instrumentarium (BS 3 juli 2023) (hierna “het instrumentendecreet”) verzamelt een aantal realisatiegerichte en grondgebonden instrumenten uit verschillende regelgevingen (Omgevingsvergunningsdecreet, Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, Landrichtingsdecreet, Grond- en Pandendecreet, etc) met als doel het beperken van het ruimtebeslag.
Het instrumentendecreet voorziet in onder meer:
Een inhoudelijke bespreking van de krachtlijnen van het decreet kan hier worden gevonden.
24 januari 2020 - Het startschot
Een ambitieus ontwerp van instrumentendecreet wordt ingediend bij het Vlaams Parlement.
Het ontwerp omvat:
3 februari 2020 – Bond Beter Leefmilieu reageert
In haar nieuwsbericht hekelt Bond Beter Leefmilieu de betaalbaarheid van de voorziene planschadevergoeding en de mogelijkheid om via convenanten zonevreemde en onvergunbare activiteiten te regulariseren.
Door te voorzien in een vergoeding van 100% van de huidige marktwaarde als planschadevergoeding wordt volgens haar een betere ruimtelijke ordening onbetaalbaar en worden speculanten beloond. De Bond stelt dan ook voor om de planschadevergoeding te berekenen op basis van 100 % van de geïndexeerde aankoopprijs. Tegelijk stelt zij vast dat de regeling voor de planbatenheffing niet in evenwicht is met deze van de planschade.
Tot slot dreigt volgens de Bond net een grotere “verrommeling” van het landbouwgebied op te treden bij het voorzien van convenanten en contracten over leegstaand vastgoed in landbouwgebieden.
10 maart 2020 - Verslag van de hoorzittingen
Het verslag van de hoorzittingen namens de Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie onthaalt het principe van het beschermen van de open ruimte positief, maar formuleert een aantal kritische bedenkingen bij het voorliggende ontwerp.
Volgens het verslag is het ontwerp van instrumentendecreet op een niet juridisch sluitende manier geformuleerd, is deze bijzonder complex, kunnen de erin opgenomen instrumenten contraproductief werken en zijn voorziene maatregelen mogelijks onbetaalbaar.
De Vlaamse Vereniging voor Steden en Gemeenten (VVSG) hekelt in het verslag de complexiteit van de regelgeving en vraagt dat gemeenten zouden worden ondersteund in de toepassingen van de instrumenten. Daarnaast geeft zij aan de bestaande planschaderegeling te willen behouden gezien de negatieve financiële impact van het ontwerp op steden en gemeenten.
16 november 2020 – De eerste amendementen
De eerste amendementen op het ontwerp van instrumentendecreet worden ingediend.
De eerste drie amendementen voorzien in een meer correcte waardering van vergoeding bij een bestemmingswijziging en vermijd dat belastinggeld wordt gebruikt ter vergoeding van speculatief gedrag. Concreet tracht het amendement het begrip venale waarde te schrappen uit het ontwerp van decreet.
De amendementen vier tot en met zeven schrappen alle artikelen met betrekking tot activiteitenconvenanten en -contracten. De wettigheid van deze bepalingen zou niet vaststaan.
Amendement acht voorziet, als alternatief voor de voorgestelde 100 procent venale waarde, in de optrekking van de berekeningsbasis van de oude planschaderegeling van 80 naar 100 procent van de geïndexeerde verwervingswaarde. Amendement negen voorziet in de afschaffing van het recht op planschadevergoeding 10 jaar na het ontstaan van het recht op planschadevergoeding en amendement tien voorziet in een overgangsregeling voor reeds opgestarte planningsprocessen.
Deze amendementen worden vervangen in een volgend ontwerp van instrumentendecreet (zie twaalfde amendement).
9 december 2020 – Het elfde amendement
Een nieuw amendement op het ontwerp van instrumentendecreet wordt ingediend.
Dit amendement herneemt de volledige tekst van het ontwerp van instrumentendecreet en voert artikelsgewijs een aantal wijzigingen door. Ingrijpende wijzigingen betreffen het schrappen van de verhandelbare ontwikkelingsrechten, het schrappen van de planbatenheffing bij verdichting en het schrappen van de verplichting om lasten te verbinden aan een omgevingsvergunning voor groepswoningbouw in woonuitbreidingsgebieden en voor het verkavelen van gronden.
Eveneens schrapt het amendement de verscherpte motiveringsplicht om de diverse instrumenten waarin het decreet voorziet tegen elkaar af te wegen.
De voorgestelde wijzigingen uit het amendement worden meegenomen in een volgend ontwerp van instrumentendecreet (zie twaalfde amendement)
14 december 2020 – Embuild Vlaanderen, UPSI-BVS, Federatie van Algemene Bouwaannemers en CIB Vlaanderen reageren
In hun persbericht reageren Embuild Vlaanderen (voorheen: confederatie bouw), de Beroepsvereniging van de vastgoedsector (UPSI-BVS), de Federatie van Algemene Bouwaannemers en CIB Vlaanderen positief op het ontwerp van instrumentendecreet. Zo geven zij aan positief te zijn over de bepalingen van de eigenaarsvergoeding op basis van de venale waarde. Daarnaast juichen zij toe dat de planbatenheffing bij verdichting werd geschrapt. Niet enkel was deze regeling volgens hen te complex, eveneens kon deze maatregel kwaliteitsvolle betaalbare woonprojecten in kernen en centra gaan belemmeren.
17 februari 2021 - Advies Raad van State over het elfde amendement
De Raad van State is in zijn advies kritisch ten aanzien van het aangepast ontwerp van instrumentendecreet. Zo stelt zij vast dat het elfde amendement bevoegdheden delegeert aan de Vlaamse Regering, maar dat deze delegatie te onbepaald is en bovendien te ruim geformuleerd.
Vervolgens stelt de Raad dat een degelijke motivering voor handen moet zijn voor elk verschil opgenomen in het ontwerp van instrumentendecreet om een schending van het gelijkheids- en niet-discriminatiebeginsel te verhinderen.
Nog stelt de Raad een schending van het toegangsrecht tot de rechter vast (artikel 6 EVRM) waar het ontwerp van decreet voorziet dat de vordering bij de burgerlijke rechter onontvankelijk is zolang de aanvrager de uitbetaalde compenserende vergoeding niet heeft teruggestort.
Tot slot beveelt de Raad onder andere aan om het planmeerwaarderapport en schaderamingsrapport deel te laten uitmaken van het openbaar onderzoek bij de opmaak van een ruimtelijk uitvoeringsplan.
26 februari 2021 – Opiniestuk academici
In een opiniestuk over het ontwerp van instrumentendecreet uitten academici hun bedenkingen bij de betaalbaarheid van de planschaderegeling.
Volgens de academici is de planschaderegeling om drie redenen geen goed idee. Zo zou de berekening van de vergoeding economisch geen steek houden, zou de regeling elk evenwicht tussen algemeen en privaat belang missen en zou niet nagedacht zijn over de herverdelingseffecten.
20 juli 2021 – NAV reageert
In haar persbericht reageert het Netwerk Architecten Vlaanderen (hierna “NAV”) op het ontwerp van instrumentendecreet. Het NAV is blij met de afschaffing van de planbatenheffing bij verdichtingsplannen en juicht de vrijwillige herverkaveling toe. Niettemin waarschuwt het NAV voor de financiële gevolgen van het ontwerpdecreet en vreest zij dat de bouwshift een louter financiële oefening in hoofde van de gemeenten zal uitmaken. Nog wijst NAV op het gebrek aan kennis en middelen bij gemeenten om hun taken in het kader van ruimtelijke ordening adequaat uit te voeren en wijst ze op de negatieve effecten van de onwettige bouwpauzes die gemeenten nu trachten in te lassen in afwachting van een actuele ruimtelijke visie.
Het NAV roept de Vlaamse Overheid dan ook op om, in navolging van het instrumentendecreet, niet enkel regelgevend maar ook operationeel ondersteuning te bieden door in te zetten op het versterken van de mankracht, de middelen en de kennis bij de gemeentebesturen. Aan de lokale besturen vraagt het NAV niet over te gaan tot juridisch haast- werk en de tijd te nemen om een duidelijke visie uit te werken waarop men het vergunningsbeleid kan stutten.
10 oktober 2022 – Het twaalfde amendement
Een nieuw amendement op het ontwerp van instrumentendecreet worden ingediend.
Dit amendement herneemt de volledige tekst van het ontwerp van instrumentendecreet ten gevolge het advies van de Raad van State dd. 17 februari 2021 en het Krokusakkoord van februari 2022.
Dit amendement wordt later aangenomen met 9 stemmen tegen 6.
Het ontwerp van instrumentendecreet omvat:
Een algemeen deel met basisbegrippen en de doelstelling van het decreet;
Een deel over harmonisering van compenserende vergoedingen en van de koopplichten;
Een nieuw instrument, namelijk de billijke schadevergoeding;
Een uitgebreid deel met wijzigingsbepalingen van andere decreten en met betrekking tot bestaande grondgebonden en realisatiegerichte instrumenten;
Een slotgedeelte, met bepalingen over de evaluatie en codificatie van het instrumentendecreet, alsook de nodige overgangsbepalingen en inwerkingtredingsbepalingen.
7 november 2022 – De amendementen 13-17
Vijf amendementen op het ontwerp van instrumentendecreet worden ingediend.
Het dertiende amendement gebruikt een forfaitair vergoedingssysteem met mediaantransactieprijzen en toepassing van correctiefactoren als basis voor de eigenaarsvergoeding zoals voorzien in het ontwerp van instrumentendecreet en schrapt het begrip venale waarde uit het ontwerp van decreet. Het veertiende amendement stelt de eigenaarswaarde te bepalen op basis van de verwervingswaarde met toepassing van correctiefactoren.
Het vijftiende amendement voorziet in de toevoeging van een register aan elk (ontwerp van) ruimtelijk uitvoeringsplan. Dit register dient aan te tonen dat overheden hebben voldaan aan het principe van planningsneutraliteit.
Het zestiende amendement en zeventiende amendement schaffen het recht op planschadevergoeding 10 jaar na het ontstaan van het recht op planschadevergoeding af en stellen een planbatenheffingsregeling evenwichtig aan die van de planschadevergoeding op.
Deze amendementen worden later verworpen met 9 stemmen tegen 6.
8 november 2022 – Het achttiende amendement
Een nieuw amendement op het ontwerp van instrumentendecreet wordt ingediend.
Dit amendement voegt een monitoringsysteem toe in het ontwerp van instrumentendecreet waarbij de landcommissie, die zal instaan voor de bepaling van de planschadevergoedingen, dient te rapporteren over de uitgekeerde planschadevergoedingen.
Dit amendement wordt later verworpen met 12 stemmen tegen 3.
8 november 2022 - Aangenomen in Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Het ontwerp van instrumentendecreet zoals voorzien in amendement 12 wordt aangenomen met 9 stemmen tegen 6. De amendementen 13 tot en met 18 worden verworpen.
22 november 2022 – De reflectienota
In een reflectienota onderzoekt Vlaams Parlementslid Mieke Schauvliege de haalbaarheid van de doelstelling van het ontwerp van instrumentendecreet. Het Parlementslid vreest dat door goedkeuring van het amendement 12, de bouwshift onuitvoerbaar dreigt te worden en dus dode letter dreigt te blijven. Het ontwerp van instrumentendecreet is volgens het Parlementslid te vaag. De beleidskeuze is niet onderbouwt en het is niet duidelijk hoeveel alles zal kosten. De voorgestelde aanpak verschuift, aldus het Parlementslid, de factuur door naar de lokale besturen en bereikt haar doel niet.
28 november 2022 – De amendementen 19-23
Vijf amendementen op het ontwerp van instrumentendecreet worden ingediend.
De amendementen betreffen dezelfde amendementen zoals amendementen 13-17.
Deze amendementen worden later niet meegenomen in het goedgekeurde instrumentendecreet.
30 november 2022 – Het amendement 24
Een nieuw amendement op het ontwerp van instrumentendecreet wordt ingediend.
Dit amendement voorziet in een monitoringsysteem waarbij aan burgers wordt bekend gemaakt welke planschadevergoedingen werden uitbetaald, hoe de correctiefactoren bij het bepalen van een vergoeding worden ingevuld, welke methodiek wordt gebruikt voor de inschatting van de grond- en transactieprijzen en binnen welke termijnen dossiers worden behandeld door de landcommissie.
Dit amendement wordt later niet meegenomen in het goedgekeurde instrumentendecreet.
30 november 2022 – Boerenbond, Bond Beter Leefmilieu, Natuurpunt, Netwerk Architecten Vlaanderen en Vlaamse Vereniging voor Ruimte en Planning reageren
In een gezamenlijk standpunt trekken voornoemde organisaties aan de alarmbel. Zij wijzen op de onbetaalbaarheid van de planschaderegeling en stellen voor afwaarderingsfactoren (correctiefactoren) in te voeren zodat de nieuwe regeling betaalbaar blijft. Eveneens stellen zij dat de Vlaamse Regering de factuur doorschuift naar de gemeenten terwijl deze worden geconfronteerd met een gebrek aan financiële middelen, mankracht en expertise. Een bovenlokale aansturing lijkt aangewezen.
Tot slot stellen de organisaties dat meer moeten worden ingezet op het vrijwaren van de open ruimte zoals door het vermijden van bijkomende zonevreemde functiewijzigingen en door het opstellen van een generiek beleid rond vrijkomende agrarische sites.
30 november 2022 – De behandeling in plenaire vergadering
Het ontwerp van instrumentendecreet wordt behandeld in de plenaire vergadering. Op de vergadering wordt voorgesteld een bijkomend advies van de Raad van State te vragen. Dit voorstel wordt gesteund door meer dan een derde van de aanwezige vertegenwoordigers en wordt gevraagd.
21 december 2022 – het standpunt VVSG
De Vlaamse Vereniging voor Steden en Gemeenten (VVSG) neemt opnieuw standpunt in over het ontwerp van instrumentendecreet en stelt vast dat aan de planschaderegeling niets is veranderd zodat het eerder ingenomen standpunt overeind blijft. In haar nieuw standpunt vraagt de VVSG bij de opmaak van het uitvoeringsbesluit aandacht te hebben voor de voorspelbaarheid van de planschadefactuur voor het lokaal bestuur en de inschattingsmarges voor de schatters van de Landcommissie, die zullen instaan voor de berekening van de vergoedingen onder het decreet, te beperken. Daarnaast hekelt zij opnieuw de complexiteit van de wetgevende tekst.
20 februari 2023 – Het advies Raad van State over het aangepast ontwerp van instrumentendecreet
Het advies van de Raad van State is kritisch ten aanzien van het aangepast ontwerp van instrumentendecreet. Zo stelt de Raad van State dat het voorgestelde vergoedingssysteem onvoldoende concreet is, zij niet toelaat de onderliggende methodiek te achterhalen en dus rechtsonzekerheid schept.
Eveneens stelt de Raad van State dat de essentiële elementen van de gegevensverwerking dienen te worden geregeld in het ontwerp van instrumentendecreet en dit niet kan worden gedelegeerd aan de Vlaamse Regering.
Daarnaast is de uitsluiting van vergoeding na 10 jaar volgens de Raad van State discriminatoir ten aanzien van andere vergoedingen.
Tot slot stelt de Raad van State dat de Vlaamse Regering geen planbatenheffingsregeling kan uitwerken in evenwicht met de planschadevergoeding gezien dit een onwettige delegatie van bevoegdheden uitmaakt. Enkel de decreetgever kan dergelijke regeling uitwerken.
17 maart 2023 – De amendementen 25-26 ingediend
Twee nieuw amendementen op het ontwerp van instrumentendecreet worden ingediend.
Het eerste amendement somt in navolging van het advies van de Raad van State de doeleinden, de categorieën van persoonsgegevens en de (mogelijke) ontvangers op voor de verwerkingen van persoonsgegevens die de landcommissies verrichten.
Het tweede amendement voorziet in een regelgevende basis voor de verwerkingen van persoonsgegevens die de Vlaamse Grondenbank verricht.
Deze amendementen worden later meegenomen in het goedgekeurde instrumentendrecreet.
22 maart 2023 – De podcast bouwshift voor de (semi)publieke sector
Op 22 maart 2023 bespreken advocaten Els Empereur en Olivier Drooghmans het (toenmalig) ontwerp van instrumentendecreet in een podcast voor de (semi) publieke sector.
In hun podcast wijzen de advocaten op de onbetaalbaarheid en de onvoorspelbaarheid van de regeling indien niet wordt voorzien in een adequate financiële ondersteuning van de steden en gemeenten.
Om de wijzigingen betaalbaar te houden voor steden en gemeenten adviseren zij reeds voorafgaand overleg te plegen met de schatters van de landcommissie, bij de vaststelling van ruimtelijke uitvoeringsplannen te voorzien in het systeem van planologische compensatie en financiële lasten op te leggen in stedenbouwkundige verordeningen of ruimtelijke uitvoeringsplannen. Tot slot wijzen zij erop dat beslissingen vanwege de steden en gemeenten steeds op juridisch sluitende wijze met afdoende motivering dienen te zijn opgesteld.
22 mei 2023 – De amendementen 27-30 ingediend
Vijf volgende amendementen op het ontwerp van instrumentendecreet worden ingediend.
De amendementen zeventwintig, achtentwintig en negentwintig gebruiken een forfaitair vergoedingssysteem met mediaantransactieprijzen en toepassing van correctiefactoren als basis voor de eigenaarsvergoeding zoals voorzien in het ontwerp van instrumentendecreet en schrappen het begrip venale waarde uit het ontwerp van decreet.
Het dertigste amendement voorziet in de afschaffing van het recht op eigenaarsvergoeding 10 jaar na het ontstaan van het recht op eigenaarsvergoeding.
Deze amendementen worden later niet meegenomen in het goedgekeurde instrumentendecreet.
22 mei 2023 – Het VRP noemt het instrumentendecreet een “historische vergissing”
In een nieuw opiniestuk ondersteund door 500 ondertekenaars slaakt VRP een noodkreet uit en noemt zij het ontwerp van instrumentendecreet een historische vergissing.
In het opiniestuk heikelt het VRP opnieuw de betaalbaarheid van het instrumentendecreet en geeft zij aan dat ten gevolge de sterke stijging van de grondprijzen, de marktwaarde van de gronden vijf tot tienmaal zo hoog kunnen zijn als de verwervingswaarde waardoor de bouwshift volstrekt onbetaalbaar wordt.
Door het instrumentendecreet worden gemeenten gedwongen keuzes te maken tussen bijvoorbeeld het ontwikkelen van een nieuwe sporthal of het vergoeden van enkele gronden om er vervolgens niet meer op te bouwen. Het instrumentendecreet kent zeer verregaande rechten toe voor grondeigenaars en beloont speculatie. VRP vervolgt dat een inperking van dit verworven recht in de toekomst moeilijk zal zijn, terwijl ruimtelijke ordening zich steeds moet kunnen aanpassen aan een veranderend klimaat.
Eveneens is de regeling fundamenteel onrechtvaardig gezien zij voorziet in een nooit geziene transfer van Vlaams belastinggeld richting een kleine groep grondeigenaars van wie reeds kan worden verondersteld dat ze een hoger dan gemiddeld vermogen bezitten.
Tot slot is, aldus het VRP, de opportunititeitskost ongezien en vraagt zij haar af waarom het geld niet wordt aangewend om over te gaan tot een vernieuwing van het openbaar domein, openbaar vervoer, ontharding, blauwgroene linten en betere voorzieningen zodat kernen en steden aantrekkelijker worden om in te wonen, werken en winkelen.
24 mei 2023 – De goedkeuring instrumentendecreet
Het ontwerp van instrumentendecreet wordt goedgekeurd door het Vlaams Parlement.
Het ontwerp van instrumentendecreet omvat:
Een algemeen deel met basisbegrippen en de doelstelling van het decreet;
Een deel over harmonisering van compenserende vergoedingen en van de koopplichten;
Een nieuw instrument, namelijk de billijke schadevergoeding;
Een uitgebreid deel met wijzigingsbepalingen van andere decreten en met betrekking tot bestaande grondgebonden en realisatiegerichte instrumenten
Een slotgedeelte, met bepalingen over de evaluatie en codificatie van het instrumentendecreet, alsook de nodige overgangsbepalingen en inwerkingtredingsbepalingen.
Het instrumentendecreet voorziet in een harmonisering van de compenserende vergoedingen en koopplichten, in een verhoging van de planbatenheffing en de planschadevergoeding, in een aanpassing van stedenbouwkundige lasten en voert een billijke schadevergoeding in. De meest ingrijpende wijziging van het instrumentendecreet betreft ongetwijfeld de planbatenheffing resp. planschadevergoeding. Zo wordt voor de planbatenheffing niet langer voorzien in 9 progressieve tarieven, maar slechts in twee. De planschadevergoeding wordt op haar beurt verhoogd naar de volledige marktwaarde.
Een verdere inhoudelijke bespreking van de belangrijkste krachtlijnen van het decreet kan hier worden geraadpleegd.
3 juli 2023 – De publicatie van het instrumentendecreet in het Belgisch Staatsblad
Het instrumentendecreet wordt gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad en treedt getrapt in werking.
De inwerkingtreding van de meeste wijzigingen en nieuwigheden die het instrumentendecreet doorvoert is afhankelijk van een nog op te maken uitvoeringsbesluit door de Vlaamse Regering. Hierdoor is het nog wachten voor een effectieve datum van inwerkingtreding.
Het instrumentendecreet voorziet reeds in de inwerkingtreding van de wijzigingen inzake de stedenbouwkundige lasten op 1 januari 2024.
Een overzicht van de inwerkingtreding van het instrumentendecreet vindt u hier.
22 juli 2023 – De inwerkingtreding van artikel 101 instrumentendecreet
Het besluit van 7 juli 2023 van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 6 juni 2014 betreffende de landinrichting en tot bepaling van de datum van de inwerkingtreding van artikel 101 van het instrumentendecreet van 26 mei 2023 wordt gepubliceerd in de bijlagen van het Belgisch Staatsblad op 12 juli 2023. Het besluit voorziet in de inwerkingtreding van artikel 101 van het instrumentendecreet 10 dagen na publicatie van het voormelde besluit. Artikel 101 instrumentendecreet voorziet in de samenstelling van de landcommissies.
23 November 2023 – Ontwerp besluit over het realisatiegericht instrumentarium
Het Instrumentendecreet voorziet in een harmonisering van compenserende vergoedingen en koopplichten.
Met het ontwerp van besluit worden de geharmoniseerde procedures voor de compenserende vergoedingen en koopplichten uitgewerkt en wordt de berekeningswijze van de compenserende vergoedingen nader geduid.
Titel 2 van het ontwerp van besluit gaat in op de compenserende vergoedingen en voorziet twee procedures. Een eerste procedure is van toepassing op de planschadevergoeding, met inbegrip van de vergoeding voor gronden in watergevoelig openruimtegebied (WORG). Een tweede procedure is van toepassing op de overige compenserende vergoedingen (bestemmingswijzigingscompensatie, compensatie ingevolge beschermingsvoorschriften, gebruikerscompensatie, vergoeding voor de uitvoering van een natuurinrichtingsproject, vergoeding ingevolge actieve inschakeling in de waterbeheersing, vergoeding waterkeringen en vergoeding voor waardeverlies van gronden (landinrichting)).
De procedurestappen voor beide procedures zijn gelijklopend en kunnen schematisch als volgt worden weergegeven:
Het grootste verschil speelt zich af op vlak van indiening en beoordeling van de aanvraag. Voor planschadevergoeding en vergoeding voor WORG’s wordt de aanvraag ingediend bij en de beslissing genomen door de initiatiefnemer. Voor de andere compenserende vergoedingen is echter de landcommissie aan zet.
Titel 3 van het ontwerp van besluit gaat in op de koopplichten (koopplicht waterkering, koopplicht natuur, koopplicht waterbeleid, koopplicht RUP, koopplicht landinrichting, koopplicht planschade-bouwverbod en koopplicht weigering stabiliteitswerken) en voorziet eveneens twee procedures. Een eerste procedure is van toepassing op de koopplicht “planschade – bouwverbod” en koopplicht “weigering stabiliteitswerken”. De tweede procedure is van toepassing op de overige koopplichten.
Behoudens voor de kooplichten “planschade-bouwverbod” en “weigering stabiliteitswerken”, ziet de procedure tot vervulling van de koopplichten er als volgt uit:
Vermits het voor de koopplichten “planschade-bouwverbod” en “weigering stabiliteitswerken” niet vereist is dat een waardevermindering ten gevolge van de gebruiksbeperking wordt ondergaan of dat de bedrijfsvoering ernstig in het gedrang komt, dient de Vlaamse Grondenbank geen afzonderlijk beoordelings- en schattingsverslag op te maken. De beoordeling of aan de voorwaarden van de koopplicht voldaan is en, in bevestigend geval, de berekening van de aankoopprijs gebeurt in één fase:
De inwerkingtreding van het besluit is voorlopig voorzien op 1 april 2024.
23 November 2023 – Ontwerp besluit planbatenheffing
Het Instrumentendecreet voorziet in een aanpassing van de planbatenheffing.
Met het ontwerp van besluit wordt het bestaande besluit van 29 mei 2009 betreffende sommige aspecten van de planbatenheffing aangepast aan de nieuwe bepalingen uit het Instrumentendecreet.
Het ontwerp van besluit bepaalt de opmaak van het meerwaarderapport en meerwaarderamingsrapport door de landcommissies en gaat uit van een hechte samenwerking tussen het departement Omgeving, de landcommissies, Vlaamse Landmaatschappij en de Vlaamse Belastingdienst.
De inwerkingtreding van het besluit is voorlopig voorzien op 1 april 2024.
12 Januari 2024 – Eerste principiële goedkeuring Vlaamse Regering Besluit financiële tussenkomst in de planschade vergoeding
De Vlaamse Regering keurde op 12 janurai 2024 het Besluit over de financiële tussenkomst in de planschadevergoeding goed dat de financiële tussenkomst regelt bij planschadevergoedingen ten gevolge van gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen die in een herbestemming voorzien naar openruimtebestemmingen.
In het besluit wordt ook voorzien in een tijdelijke verderzetting van de bestaande ondersteuning van gemeenten en provincies bij planschadedossiers met betrekking tot signaalgebieden. Hiervoor waren de nodige middelen voorzien in het Rubiconfonds vooraleer deze werd ingekanteld in het Bouwshift-fonds. Dit is een uitdovende regeling aangezien het enkel betrekking heeft op planschades die worden uitbetaald ten gevolge van een gerechtelijke uitspraak in de context van gemeentelijke of provinciale ruimtelijke uitvoeringsplannen in signaalgebieden.
9 Februari 2024 – Tweede principiële goedkeuring Vlaamse Regering
Na een eerste principiële goedkeuring op 23 november 2023 door de Vlaamse Regering van de uitvoeringsbesluiten bij het Instrumentendecreet, volgt nu ook de tweede principiële goedkeuring op 9 februari 2024.
De adviezen van de SARO, de VTC en de Federale gegevensbeschermingsautoriteit werden verleend op respectievelijk 17 januari 2024, 26 mei 2023 en 7 december 2023. Geen van de opmerkingen gaf aanleiding tot wijziging van het besluit.
Het advies ligt nu voor bij de Raad van State met oog op definitieve goedkeuring.
13 Maart 2024 – Adviezen Raad van State over 2 uitvoeringsbesluiten
Op 11 maart 2024 bracht de Raad van State een advies uit over het ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering over het realisatiegericht instrumentarium.
Op 13 maart 2024 bracht de Raad vervolgens een advies uit over het ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 29 mei 2009 betreffende sommige aspecten van de planbatenheffing, naar aanleiding van het Instrumentendecreet van 26 mei 2023.
22 Maart 2024 – Definitieve goedkeuring uitvoeringsbesluiten
Op 22 maart 2024 keurde de Vlaamse Regering de volgende ontwerpen van uitvoeringsbesluiten definitief goed:
1- Besluit over het realisatiegericht instrumentarium, waarin de nadere regels bepaald worden omtrent de compenserende vergoedingen en de koopplichten;
2- Besluit dat het bestaande besluit van de Vlaamse Regering van 29 mei 2009 betreffende sommige aspecten van de planbatenheffing wijzigt inzake de planbatenregeling;
3- Besluit over de financiële tussenkomst in de planschadevergoeding;
De Vlaamse Regering hield daarbij rekening met de opmerkingen uit de adviezen van de Raad van State.
De inwerkingtreding wordt voorzien op 15 april 2024.